Archive for the ‘kevers’ Tag
Met deel 3 van “Wildlife op Corfu” wil ik deze serie afsluiten. Een blog met verschillende insectensoorten en hagedissen.
Te beginnen met deze mooie vlieg die ik trof in de Ropa valley. Het is er eentje uit de familie “Prachtvliegen” en heet Otites Lamed.

Het is pas de tweede keer dat ik een vlieg uit deze familie tref en deze is een andere soort als de eerste, die ik in de Vulkaaneifel in Duitsland tegen kwam.

Ook in de Ropa Valley trof ik de volgende mooie kever.

De precieze naam heb ik niet kunnen achterhalen. Het wordt dus voorlopig een Amphicoma spec.
Bij Afionas trof ik een groot aantal Gouden torren. Dat is een behoorlijk grote kever die, zeker als die rondvliegt, niet over het hoofd gezien kan worden.

Het is een zeldzame kever. Er bestaat ook een Gedeukte Gouden tor. Die ziet er nagenoeg hetzelfde uit maar dan met wat deukjes en is niet zeldzaam.

Op meerdere plaatsen op Corfu trof ik grote sprinkhanen aan. Een fletse kleur en zo groot als een Grote Groene Sabelsprinkhaan, maar met zeer bijzondere ogen.

Na een hele zoektocht kom ik tot de conclusie dat dit Egyptische treksprinkhanen zijn (niet helemaal zeker) en deze twee zorgen momenteel voor een hoop nakomelingen 🙂

Verder nog wat incidentele gevallen van beestjes ….. Links een Bijenwolfkever, midden een Muurrouwzwever en rechts een Oxythyrea cinctella.
Rest me nog de hagedissen die ik beloofde. Van deze soort heb ik er heel veel gezien. De Dalmatische Kielhagedis.

Prachtige beesten met hun blauwe kop en oranje buik. Niet zo heel groot, ongeveer 25 cm van kop tot en met staart. Ze waren ook helemaal niet schuw en daarom vrij gemakkelijk te fotograferen.
Nu heb ik eigenlijk nog niet alles gehad maar laat ik het hier maar bij houden. Ik hoop dat jullie hebben genoten van deze Serie “Wildlife on Corfu.”
Een allegaartje aan foto’s in dit blog.
Mijn man en ik waren de eerste week van oktober in de Vulkaaneifel. Het was er mooi weer en dat nodigde uit om te gaan wandelen. Ik was net op pad toen ik een bekend geluid hoorde …. Kraanvogels.
Een kleine groep van 24 vogels vloog over richting zuiden.

De trek is blijkbaar weer begonnen, ben benieuwd of het weer zo’n enorme aantallen gaan worden als in het voorjaar.
In het veld trof ik behalve vlinders ook een kever op het zwart knoopkruid. Deze kever heb ik al eens eerder gezien en heet Oxythyrea funesta . In Nederland heel zeldzaam, maar hier in de Eifel niet.

Deze kever behoort tot dezelfde familie als de penseelkever en dat zie je ook wel een beetje.

Landschappelijk gezien is er niet veel aantrekkelijks hier en het is al te koud voor veel insecten.
De volgende dag gaan we naar het historische stadje Kronenburg. Het is al heel oud met huizen uit de 16e eeuw. Als we er aankomen parkeren we op een drukke parkeerplaats ons autootje.

Het lijkt druk te zijn in Kronenburg, maar het blijkt er bijna uitgestorven te zijn. Alle winkeltjes zijn gesloten en waar zullen al die mensen van al die auto’s toch uithangen?

Geen idee. Het zijn mooie oude huizen … maar er is toch niet veel te zien.

We klimmen nog omhoog om de berg ruïne te bekijken, maar dat bleek niet de moeite. 3 Stenen pilaren was alles wat er over was van de ruïne. Het aardigst was nog wel het uitzicht dat je er had.

Ook de Kronenburgersee (het meer) konden we niet bezoeken want toevallig hadden ze dat net helemaal drooggelegd en waren baggermachines er aan het werk. Jammer maar helaas.
Bij thuiskomst zag ik toch nog wel wat leuks, wederom een kever … maar toch.

Eventjes had ik de hoop dat het de zeer zeldzame goudglanzende loopkever was. De kleur, het halsschild en de grote van het beest klopte allemaal. Alleen de tekening van rugschilden klopte niet. Dat maakt deze kever tot de iets minder zeldzame Carabus cancellatus .
Vliegen kon die niet meer denk ik, en probeerde uit alle macht in de mossige bodem te kruipen.

Weer een dag later was het weer nog steeds prima en besloten we naar de vulkaanmeren in de omgeving van Daun te rijden. Die meren heten maren.

Eigenlijk waren we net 2 weken te vroeg hier denk ik. Het zal er inmiddels heel mooi zijn met herfstkleuren.


Aan de andere kant van de weg ligt nog een Maar, met een dorpje er aan vast.

Mooi is het hier, ga ik zeker nog eens naar terug voor een flinke wandeling.
Het is nog vroeg en daarom besluiten we naar de Moezel te rijden. Naar Zell am Mozel.

Veel wijnwinkels en antiekwinkeltjes hier. Eetgelegenheden en toeristische winkels.
We lopen een tijdje door de straatjes en gaan dan van die overheerlijke Duitse taart eten. Omdat ik geen keuze kon maken heb ik maar liefst twee stukken genomen, met uitzicht op de kerk met zijn historische mozaiek die de hele geschiedenis verbeeld van Zell.


We wandelen terug naar de auto langs de Moezel.


Dit was toch een mooi uitstapje.
Natuurlijk waren er niet alleen libelles in het Reigersbroek te zien. Een opvallende overdag vliegende nachtvlinder was er veelvuldig aanwezig. De phegeavlinder.

Er ontstond nog een kleine discussie over hoe je de naam uitspreekt. Zet je de klemtoon op de eerste e of op de tweede?
Hoe dan ook … voor een nachtvlinder is het een mooi beest.

Al eens een oeverloopkever gezien? Nou ik niet, tot deze dag … Heel erg onopvallend.

Razend snel rent dit beestje van een cm. langs de waterrand op een zanderige ondergrond. Het blijft niet langer dan een seconde stilstaan … maar zo snel is mijn camera niet uhumm.

Een heel opvallende kever was deze boktor. De naam van deze soort was snel gevonden. De twee-ogige wilgenboktor.

Naar ik aanneem genoemd naar de twee zwarte stippen op het borstschild.

Voor de verandering eens een beestje wat WEL netjes stil bleef zitten. Hoewel hij zich toch probeerde te verstoppen door aan de andere kant van de stengel te gaan hangen. Helaas was die daar wat te groot voor …

Tot slot voor dit blog had ik nog twee wespen op hun nestje … Had ik geweten dat dit een zeer zeldzame soort is dan had ik er wat meer tijd voor uitgetrokken.
Nu heb ik niet zo’n bijzondere foto’s omdat ik ook niet dacht dat dit bijzondere wespen waren. Dus alleen maar snel een kiekje gemaakt van deze bergveldwespen.

Sommige beestjes hebben maar gekke namen … zo ook deze mooie vlieg die ik voor het eerst voor de lens kreeg.
De withaar-melkzweefvlieg

Een andere vlieg was in de vijver gevallen … zwemmen ging hem niet zo goed af en omdat ik meteen zag dat ik deze soort ook nog niet in mijn bestand had, heb ik hem maar gered uit zijn penibele situatie.

Hij behoort tot de familie wapenvliegen en heet Odontomyia ornata. Wapenvliegen hebben allemaal een plat achterlijf.
In eerste instantie dacht ik dat het een kameleonwapenvlieg was … maar dat is het dus niet. Nog een foto van zijn vooraanzicht.

Opvallende kevers zijn er ook genoeg te vinden momenteel.
Een vuurrode verschijning is de zwartkopvuurkever. Niet over het hoofd te zien, want hij is bepaald niet klein.

Ook zo’n in het oog springende verschijning is de pyjamawants. Bij de meeste mensen wel bekend vanwege zijn uitzonderlijke uiterlijk.

Tot slot nog een groot goudhaantje. Zijn prachtige groene glans komt op de foto goed aan de orde. Voor het eerst had ik dit kevertje ook recht van voren te pakken. Leuk snoetje toch?

Het was jammer dat het zo’n donkere dag was vandaag (zondag) want juist vandaag krijg ik een zwarte specht in het vizier.
Nu had de zon ook niet veel uitgemaakt want de afstand was erg groot en er stonden een hoop bomen in de weg dus het resultaat was hoe dan ook niet veel beter geweest.

En alweer die kever … die reuzengoudhaan. Nu in een heel ander bos dan vorige week. Hij liep voor mijn voeten op een heel modderig pad. En dat steekt niet af natuurlijk … zwart op zwart. Daarom via een takje even op mijn duim laten kruipen.

Een stukje verderop dacht ik wat keuteltjes onder een blad uit te zien komen, maar ook dat waren van deze kevers. Netjes verdekt opgesteld waren ze vieze spelletjes aan het doen.
Je ziet hier goed hoeveel kleiner het mannetje is dan zijn vrouwtje

Zo zie je deze zeldzame kevers nooit en dan opeens twee weekenden achter elkaar. En dan ook nog eens drie stuks.
