Een allegaartje aan foto’s in dit blog.
Mijn man en ik waren de eerste week van oktober in de Vulkaaneifel. Het was er mooi weer en dat nodigde uit om te gaan wandelen. Ik was net op pad toen ik een bekend geluid hoorde …. Kraanvogels.
Een kleine groep van 24 vogels vloog over richting zuiden.
De trek is blijkbaar weer begonnen, ben benieuwd of het weer zo’n enorme aantallen gaan worden als in het voorjaar.
In het veld trof ik behalve vlinders ook een kever op het zwart knoopkruid. Deze kever heb ik al eens eerder gezien en heet Oxythyrea funesta . In Nederland heel zeldzaam, maar hier in de Eifel niet.
Deze kever behoort tot dezelfde familie als de penseelkever en dat zie je ook wel een beetje.
Landschappelijk gezien is er niet veel aantrekkelijks hier en het is al te koud voor veel insecten.
De volgende dag gaan we naar het historische stadje Kronenburg. Het is al heel oud met huizen uit de 16e eeuw. Als we er aankomen parkeren we op een drukke parkeerplaats ons autootje.
Het lijkt druk te zijn in Kronenburg, maar het blijkt er bijna uitgestorven te zijn. Alle winkeltjes zijn gesloten en waar zullen al die mensen van al die auto’s toch uithangen?
Geen idee. Het zijn mooie oude huizen … maar er is toch niet veel te zien.
We klimmen nog omhoog om de berg ruïne te bekijken, maar dat bleek niet de moeite. 3 Stenen pilaren was alles wat er over was van de ruïne. Het aardigst was nog wel het uitzicht dat je er had.
Ook de Kronenburgersee (het meer) konden we niet bezoeken want toevallig hadden ze dat net helemaal drooggelegd en waren baggermachines er aan het werk. Jammer maar helaas.
Bij thuiskomst zag ik toch nog wel wat leuks, wederom een kever … maar toch.
Eventjes had ik de hoop dat het de zeer zeldzame goudglanzende loopkever was. De kleur, het halsschild en de grote van het beest klopte allemaal. Alleen de tekening van rugschilden klopte niet. Dat maakt deze kever tot de iets minder zeldzame Carabus cancellatus .
Vliegen kon die niet meer denk ik, en probeerde uit alle macht in de mossige bodem te kruipen.
Weer een dag later was het weer nog steeds prima en besloten we naar de vulkaanmeren in de omgeving van Daun te rijden. Die meren heten maren.
Eigenlijk waren we net 2 weken te vroeg hier denk ik. Het zal er inmiddels heel mooi zijn met herfstkleuren.
Aan de andere kant van de weg ligt nog een Maar, met een dorpje er aan vast.
Mooi is het hier, ga ik zeker nog eens naar terug voor een flinke wandeling.
Het is nog vroeg en daarom besluiten we naar de Moezel te rijden. Naar Zell am Mozel.
Veel wijnwinkels en antiekwinkeltjes hier. Eetgelegenheden en toeristische winkels.
We lopen een tijdje door de straatjes en gaan dan van die overheerlijke Duitse taart eten. Omdat ik geen keuze kon maken heb ik maar liefst twee stukken genomen, met uitzicht op de kerk met zijn historische mozaiek die de hele geschiedenis verbeeld van Zell.
We wandelen terug naar de auto langs de Moezel.
Dit was toch een mooi uitstapje.