Archief voor april 2014
Afgelopen zaterdag ging ik mijn geluk eens beproeven in de Koeweide van Grevenbicht.
Er worden hier heel wat vogels geteld door een aantal vogelaars dus ik dacht, met die 42 x zoom ga ik ook eens aan de bak.
Ik parkeer de auto en begin mijn wandeling langs de Maas.

Ik kan heel veel vogels horen, maar niet zien. Aan de overkant, achter het bosje liggen grote plassen waar ik laatst met hoogwater nog was. Daar is het druk, dat hoor ik zo. Er is echter geen brug om er naartoe te lopen en ik heb ook geen zin om eerst naar België te rijden. Bovendien staan de “trektellers” ook altijd aan deze kant.
De enige vogels die ik in eerste instantie zie zijn een paar nijlganzen.

Wat er overvliegt zijn alleen maar aalscholvers en een enkele meeuw. Af en toe wat grauwe ganzen die op een 400 meter afstand voorbij vliegen om neer te strijken in de plassen aan Belgische zijde.

Het is toch pas 10 uur in de ochtend, maar blijkbaar toch al te laat om veel te zien.
Dan richt ik me toch maar weer op de kleine beestjes, hoewel ik me voorgenomen had om dat deze keer niet te doen. Ik kan het niet laten.
Eerst zie ik een stuk of vijf bessenwantsen.

Er vliegen wel honderd dagpauwogen rond, maar die laat ik vandaag echt achterwege. Ik zie een koninginnepage … Die heb ik veel liever op de foto. Helaas, deze grote vlinder heb ik drie keer zien vliegen en daar bleef het bij.
Ondertussen hoor ik hier toch ook allerlei vogeltjes zingen. Ik zie een man rietgors op de top van een jong boompje en ook zie en hoor ik een aantal grasmussen.

Ik heb vele foto’s geschoten van grasmussen maar het resultaat valt tegen, ondanks dat ik nog wel een statief had meegenomen. Nee, beestjes … die liggen me toch veel beter. Deze vliegen bijvoorbeeld … Ze zijn niet bepaald gemakkelijk aangelegd. Ze deden er alles aan om het me zo moeilijk mogelijk te maken maar uiteindelijk is het me toch gelukt.
Snuitvliegen. Waarom ze zo heten hoef ik vast niet uit te leggen.

Ondertussen hoor ik achter me een hoop gekletter. Het geluid blijkt de landing van een groep zwanen te zijn. Dat is vervolgens geen moeite om daar wat leuke plaatjes van te schieten.


Terug naar de bloemetjes want daar wemelt het van leven.
Opeens valt mijn oog op een stel oranje/rode vliegen. Ik weet meteen dat het rouwvliegen zijn …

De meeste mensen kennen alleen de grote en de kleine zwarte exemplaren rouwvlieg. Deze versie hier is zeldzaam. Het is ofwel bibio anglicus of bibio hortulanus. Beiden zijn een rode lijst soort en zien er vrijwel hetzelfde uit. Het meest waarschijnlijk is de anglicus omdat die wat vroeger vliegt dan de horulanus.

Hoe dan ook, ze hebben best een grappige kop vind ik. Net of ze een gasmasker op hebben.
Wat vliegt de tijd. Ik ben al zeker drie uur aan de wandel. Snel begin ik aan de terugweg.

Met nog een laatste foto van de zwanen neem ik afscheid van een paar heerlijke zonnige uurtjes op een stil plekje natuur.

Vorige week heb ik een nieuwe camera gekocht. Een Nikon P520.
Het is een soortgelijke camera als de P90 die ik tot nu toe gebruikte, maar dan weer met een aantal nieuwere snufjes en maar liefst 42 x optische zoom.
De P90 heeft één focuspunt in het midden, de P520 heeft er maximaal 9. En dát is even wennen.
Het paasweekend ben ik dan ook flink gaan oefenen. Op een plekje waar heel veel “grote muur” bloeit strijk ik neer en fotografeer wat er in mijn buurt komt. Hier een paar van die oefenfoto’s.




Vlakbij me hoor ik steeds een krabbend geluid. Even zoeken en ik heb de oorzaak gevonden.
Een wesp knabbelt aan een paaltje.

De enorme zoomkracht van deze camera is wat lastig. Stilstaande of zittende objecten is wel te doen, hoewel ik bij een volgende uitstapje misschien wel een statief mee ga nemen. Vliegende vogels is een ander verhaal. Dat is vooralsnog niet echt gelukt.
Het enige vogeltje waar ik in eigen tuin op kan oefenen is toch weer die heggenmus. Die vliegt af en aan met allerlei hapjes.

Ziet er als beginnetje al goed uit, vind ik….
Nadat ik die vreemde snuitertjes had gefotografeerd trof ik nog meer beestjes in onze tuin.
Zo zat er op het insectenhotel een mooie sluipwesp.

Sluipwespen hebben er een handje aan om al dichtgemetselde kamertjes door te prikken met hun legboor om zo te parasiteren op een bij. Als de jonge sluipwesp uitkomt heeft ze de bijenlarve als voedsel.
Dit is echter een mannetje en die hebben uiteraard geen legboor. Geen gevaar dus vooralsnog.
Ondertussen begint het hotel aardig volgeboekt te raken, maar sommige kamers komen ook weer vrij … Het is tenslotte geen “hotel California” haha. Het bijtje op de volgende foto heeft nog een gaatje gevonden midden tussen de bezette kamers.

Vlak naast het hotel bloeit momenteel de roze hangbrem en die trekt ook veel hommels en bijen aan. Maar ook dit kleine vlindertje doet zich tegoed aan de nectar.

Het is een Muntvlindertje en die vind je op plekken waar Munt groeit. Of dat nu wilde Munt is of eetbare, of Watermunt, dat maakt niet uit. Ik heb alle drie in de tuin en zie daarom ook elk jaar weer heel wat van deze vlindertjes. De Munt bloeit echter nog lang niet en moet de Muntvlinder het doen met andere bloemen.

Mooi hé, echt klein maar fijn … Dit dag-actieve nachtvlindertje.

Verder zijn er ook nog vele vogels die een nestje hebben in onze tuin. Zo is deze man Heggenmus heel druk met zingen voor zijn broedende vrouwtje.

Vandaag was er een kleine explosie van zwarte vliegende beestjes in mijn tuin. Ze hebben markante gevederde antennes op hun kop en zijn ongeveer 1,5 cm klein.

In eerste instantie had ik geen idee wat het zou kunnen zijn. Een vlieg? Of toch iets anders …

Vliegen hebben geen antennes … Het lijkt meer een soort bladwesp.

Maar een zoektocht tussen bladwespfoto’s leverde niks op.

Ik heb het maar eens gevraagd op het forum van waarneming.nl en al heel snel kreeg ik een antwoord.
Het is een dennenbladwesp, maar welke precies … dat weet ik nog niet.

Weer een nieuwe soort rijker in mijn archief, want deze had ik nog nooit gezien.
Wat ik nog meer gezien heb vandaag, dat bewaar ik nog even voor een volgend blog.
Tjonge, wat was er veel te zien de afgelopen week. Het kleine leven is in volle gang geraakt.
Bij mijn zeer succesvolle insectenhotel is het een komen en gaan van Rosse metselbijen maar ook de Gewone goudwesp laat zich regelmatig zien.

In het najaar zijn vele gaatjes gevuld in het hotel, en de voorjaarsbeestjes zoeken nu geschikte accommodatie in het geringe aantal kamertjes die nog over zijn.
Maar elders in de tuin is er ook van alles te zien. Zo zijn er tal van zandbijtjes uitgekomen en zijn druk bezig hun holletjes te vullen met nieuw nageslacht.

Een ander klein bijtje kijkt me langs zijn enorme snor nieuwsgierig aan.

Er zijn ongelooflijk veel soorten bijen, sommigen daarvan lijken meer op een wesp. Dat zijn wespbijen en daar zijn er ook weer een heleboel verschillende van. Deze had een beetje moeite om in balans te blijven op zo’n klein grassprietje.

Uiteindelijk had het dan toch houvast gevonden.

Natuurlijk zijn er ook vlinders van de partij. In de tuin heb ik al een paar Bonte zandoogjes gespot en elders wemelt het van de koolwitjes.


Tijdens mijn ontdekkingsreisje in de tuin kreeg ik plots gezelschap van Frouke, die ontdekte dat deze boomstam (tijdens de laatste storm gesneuvelde boom) een prima plekje is om vogeltjes te spotten.

Dit was slechts een kleine greep uit alles wat er rondvliegt en kruipt, dat belooft wat deze zomer.